Datakwaliteit door inspanning levensmiddelensector 96% betrouwbaar
Kwaliteit van artikeldata blijft speerpunt, ook na afloop programma DatakwaliTijd 2.0
De levensmiddelensector heeft de afgelopen drie jaar een gigantische prestatie geleverd. De datakwaliteit van de artikelen in GS1 Data Source is gestegen naar 96 procent. “Voor die tijd konden we niet kwantificeren hoe goed de data op orde waren, maar onze schatting was dat slechts 15 procent correct waren. Het project DatakwaliTijd 2.0 is nu afgerond, maar het streven naar maximale datakwaliteit gaat door. Uiteindelijk moeten correcte en volledige artikeldata net zo vanzelfsprekend zijn als de juistheid van een barcode of EDI-bericht.”
Formeel is DatakwaliTijd 2.0 als project op 1 juni geëindigd. Directeur Pieter Maarleveld en sectormanager retail Jerry Tracey van GS1 Nederland, spreken liever niet over een einde, maar over een eerste mijlpaal op een lange weg richting perfecte artikeldata. “We moeten niet denken dat we er al zijn. Datakwaliteit blijft doorlopend aandacht vragen en het programma blijft bestaan. We hebben nog steeds veel te winnen.”
De sector heeft bewezen dat het kan: betrouwbare artikeldata
Een aantal partijen uit de sector stond eerst sceptisch tegenover het gestelde doel: een betrouwbaarheid van de data in GS1 Data Source van 96 procent. Maar het doel is daadwerkelijk gehaald, zij het een half jaar later dan gepland.
De vraagtekens die leveranciers plaatsten bij DatakwaliTijd 2.0, betroffen niet zozeer de doelstelling, maar de wijze waarop die moest worden bereikt. Leveranciers waren genoodzaakt om elk artikel op te sturen naar één van de drie gecertificeerde Data Management Services (DMS). Die controleerden vervolgens fysiek of de data in de datapool overeenstemden met die van het fysieke product.
Pieter Maarleveld: “De sector heeft de afgelopen drie jaar bewezen dat het inderdaad kan: betrouwbare artikeldata. In Nederland lopen we voorop als het gaat om datakwaliteit. Geen enkel ander land heeft zo’n inspanning geleverd als Nederland en in geen enkel land is de datakwaliteit zo aantoonbaar hoog. Uiteindelijk moet correcte en volledige artikeldata een vanzelfsprekendheid worden, net zoals bij barcodes of EDI-berichten. Niemand vraagt zich nog af of de barcode op een product wel klopt. Het zal nog even duren voordat we dat ook met artikeldata hebben bereikt.”
Controle van data aan de hand van het fysieke product meest adequaat
De afgelegde weg was niet gemakkelijk. Nadat de sector in 2015 gezamenlijk het initiatief tot het programma DatakwaliTijd 2.0 had genomen, heeft GS1 Nederland samen met de betrokken retailers en leveranciers een jaar nodig gehad om het programma inclusief alle processen, procedures en systemen op te tuigen. Jerry Tracey: “Daarna volgde de grootste uitdaging: alle leveranciers overtuigen van het belang van betrouwbare artikeldata. Dat is iedereen inmiddels wel.”
Geen enkel ander middel is zo adequaat als controle van de data aan de hand van het fysieke product. Had dat niet eenvoudiger en goedkoper gekund?Nee, luidt het antwoord van Tracey. “Natuurlijk hebben we logische controles en validaties ingebouwd, maar die zijn niet voldoende. Dit vergt een grote inspanning van de hele sector, maar die levert ook wat op. Als we uitrekenen wat de kosten zijn voor het corrigeren van foutieve data en de kosten van de inefficiënties in logistiek, planning en administratie, is dat een veelvoud van de kosten van dit datakwaliteitsprogramma. En dan hebben we het nog niet over dat er steeds meer wetgeving komt om informatie beschikbaar te hebben én dat consumenten ziek kunnen worden omdat bijvoorbeeld de allergeneninformatie op de website van een retailer niet klopt.”
Ook in de toekomst wordt de data van elk nieuwe artikel fysiek gecontroleerd
Maarleveld en Tracey benadrukken dat datakwaliteit hoog op de agenda blijft staan. De sector heeft afgesproken dat ook in de toekomst de data van elk nieuw artikel fysiek wordt gecontroleerd. “De afgelopen drie jaar hebben leveranciers al hun artikelen fysiek moeten laten controleren. Die inhaalslag is voorbij, maar voor nieuwe artikelen blijven die fysieke controles gelden. We zullen daarbij niet langer alleen letten op de betrouwbaarheid van artikeldata, maar ook op de tijdigheid daarvan. Als retailers een nieuw artikel willen introduceren, moeten ze ruim van tevoren al over de juiste data kunnen beschikken. Dat is nu vaak nog een probleem.”
De eerste mijlpaal is bereikt, maar in de verte doemen nieuwe mijlpalen op. Tracey roept leveranciers op om nog meer aandacht te besteden aan datakwaliteit. “Natuurlijk, de data van 96 procent van de artikelen in GS1 Data Source zijn betrouwbaar, maar pas nadat die artikelen fysiek gecontroleerd zijn. Het doel is dat die data vanaf het begin goed in het de datapool staan. First time right. Als we dat realiseren, hoeven we bovendien minder inspanningen te leveren om betrouwbare artikeldata te realiseren. Ook op dat vlak kunnen we nog stappen zetten.”
Nieuwe productgroepen en nieuwe datavelden
De eisen rondom datakwaliteit worden uitgebreid naar nieuwe productgroepen en nieuwe datavelden. Dit jaar zijn de AGF– en de drogisterijsector gestart met fysieke controles van onder meer onbewerkte groente en fruit en voedingssupplementen en gezondheidsproducten. “Daar komen nog andere productgroepen bij, denk aan zelfzorggeneesmiddelen, cosmetica en persoonlijke verzorging. Ook zijn leveranciers dit jaar verplicht om foto’s van artikelen in de datapool te zetten en gaan we aan de slag met gevaarlijke stoffen-informatie. Ook die moet natuurlijk betrouwbaar zijn.”