Levensverwachting 65-jarige 5 jaar hoger
De theoretische levensverwachting vertoont op de lange termijn een stijgende trend. Per jaar zijn er echter kleine fluctuaties doordat het aantal overledenen per jaar schommelt. In 2015 was de sterfte hoger dan in voorgaande jaren: in dat jaar overleden 147 duizendmensen, 8 duizend meer dan in 2014. Dit had een kleine daling van de levensverwachting tot gevolg van 0,3 jaar.
Prognose: levensverwachting blijft stijgen
De verwachting is dat de stijgende trend van de resterende levensverwachting van 65-jarigen in de toekomst doorzet. De CBS-prognose houdt rekening met onzekerheidsmarges. Zo zijn stijgingen door medisch-technologische doorbraken mogelijk, maar is het ook mogelijk dat nieuwe generaties minder oud worden door minder gezond gedrag. Voor 2060 zal de resterende levensverwachting volgens de prognose 25,0 jaar zijn, en lopen de marges uiteen van 20,5 tot 29,5 jaar.
Kleiner verschil levensverwachting van mannen en vrouwen
Vrouwen hebben nog altijd meer levensjaren te verwachten dan mannen. Dit verschil is echter steeds kleiner geworden. In 2015 is het verschil voor een 65-jarige 2,7 jaar. Sinds 1980 is de levensverwachting voor mannen sneller gestegen dan die van vrouwen.
Bij de verklaring van deze ontwikkeling speelt roken een belangrijke rol. Mannen zijn eerder en massaler begonnen met roken. Tot begin jaren zeventig nam daardoor de levensverwachting voor mannen nauwelijks toe. Onder andere door de sterke afname van het aantal rokende mannen vanaf de jaren vijftig steeg de levensverwachting sinds begin jaren tachtig weer. Ook vrouwen roken momenteel minder dan in de jaren zeventig, maar doordat het effect van roken vertraagd doorwerkt op de sterfte, is voor vrouwen de levensverwachting sinds 1980 minder toegenomen dan voor mannen.
Kans om honderd te worden zes keer zo groot als in 1956
De kans om honderd te worden is steeds groter geworden. Van de vrouwen die nu 65 jaar zijn zal naar verwachting 6,0 procent de honderd jaar bereiken, van de mannen 3,0 procent. In 1956 was die kans ongeveer zes keer zo klein. Van de 65-jarige vrouwen heeft 1,2 procent de honderdste verjaardag mogen vieren, van de mannen 0,4 procent.